Deze paper gaat over de dreiging van biologische wapens, gerelativeerd aan de hand van de dreiging van natuurlijke biologische dreigingen.

Ik schreef het voor het vak internationale wapenbeheersing aan de Haagse opleiding politicologie van de Universiteit Leiden.

Download of bekijk het artikel als PDF: biowapens.pdf


De conclusie uit mijn paper

In de inleiding werd de vraag opgeworpen of het reëel is om te vrezen voor miljoenen doden als gevolg van een biologische aanval. Ook werd gesteld dat de strategie “prevention = complication + resistance + preparation + nonproliferation” van Kellman (2007, p. 95) teveel focus legt op complicatie en nonproliferatie, terwijl resistentie en preparatie in mijn visie belangrijker zijn. In de sectie over wapens werd duidelijk dat biologische wapens niet gemakkelijk in te zetten zijn, of beperkte schade opleveren. Uitzonderingen hierop zijn bijvoorbeeld pokken en griep. Daarom werd griep afzonderlijk behandeld, en daar bleek dat de natuurlijke dreiging veel groter is dan de dreiging van een bio-aanval. Daarbij bleek dat het onwaarschijnlijk is dat bij een biologische aanval miljoenen mensen zullen sneuvelen. Dat is een worst-case scenario dat het meest waarschijnlijk werkelijkheid kan worden ingeval van een aanval met een variant van het griepvirus. Een natuurlijke pandemie van een griepvirus is waarschijnlijker en investeringen in resistentie en preparatie daartegen zijn meer aangewezen. De schade van bioterreur wordt versterkt door psychologische factoren zoals angst. In de sectie over angst werd duidelijk dat paniek ernstige schade voor de economie en het bestuur kan hebben. Het beste verweer hiertegen is een goede preparatie en resistentie. Legitieme onderzoekers zijn insiders die mogelijk een risico kunnen vormen. Maatregelen om die dreiging tegen te gaan is van twijfelachtige effectiviteit. In de sectie over biotechnologie kwam naar voren dat de actoren die verdacht worden van het willen plegen van bioterreur niet de beschikking hebben over industrie en expertise die daarvoor nodig is, ondanks het feit dat er nog niet een voldoende goed internationaal regime is om proliferatie van biologische wapens tegen te gaan. De urgentie van complicatie en nonproliferatie wordt daarmee afgezwakt. Uit de discussie ‘biodefense versus public health’ komt ook naar voren dat resistentie en preparatie een zinvolle verdediging tegen bioterreur kunnen vormen, die als bijkomend voordeel hebben dat ze ook tegen natuurlijke dreigingen effectief zijn (dual-use). Om bovenstaande redenen is het juist om te concluderen dat ook het beleid tegen bioterreur zich vooral moet richten op resistentie en preparatie. Het voorkomen van bioterreur (complicatie en nonproliferatie) is immers lastig en soms onnodig, terwijl het verdedigen tegen bioterreur (resistentie en preparatie) vaak goed mogelijk is en gelijktijdig ook effectief is tegen ernstige en acute natuurlijke dreigingen. Investeringen in public health zijn daarom de aangewezen weg om te komen tot een wereld waarin bioterreur slechts beperkte schade kan aanrichten. Maatregelen om de verspreiding van pathogenen, biotechnologie en expertise tegen te gaan hebben daarbij een aanvullende en ondersteunende rol. Lees het hele artikel...