Onder Parijs: op bezoek bij Bart
Evert (tekst) & Martin (foto's)
2007-08-27
Warcraft
Bij de deurbel voor kamer 8 te huize Klikspaanweg 57 stond lange tijd de naam ``Warcraft Addict''. Bart verzaakte zijn studie om World of Warcraft te spelen en omdat hij toch maar eens moest gaan werken, verhuisde hij naar Parijs om daar Game Master te worden bij Blizzard, de maker van het spel.
Hoe moesten wij nog langer onze zomers organiseren? Weg de lange nachten vol filosofische beschouwingen over de zin van het leven, milieu, politiek, sex, werk en dies meer. Geen Stargate in de fusie meer om vier uur des nachts. In in deze leegte werd de vraag geboren: Hoe zou het gaan met Bart?
Dus daarom vertrokken wij, Martin en Evert, in de ochtend van vrijdag 21 augustus met een bus van EuroLines naar Parijs. Onze aankomst in de stad was normaal, dat wil zeggen dat we meteen een hekel hadden aan die stinkfransen, en dat we eindelijk begrepen waarom Hitler vrijwillig dienst genomen had in het Duitse leger. Zo'n kans om legaal op Fransen te schieten is onbetaalbaar. Na wat schermutselingen met metro's die niet reden vonden we het adres van Bart. Het was net alsof we hem nog maar gisteren gezien hadden. En toch viel er wel wat bij te praten.
Over van alles ging het gesprek. De master van Martin, de studieperikelen van Evert, de onbestemdheid van Bart's werk. Hoe lang hij nog bij Blizzard zal blijven werken weet hij zelf nog niet precies, maar hij zou graag wat meer fysiek werk doen in de buitenlucht. Op dit moment leeft hij met een minimale hoeveelheid spullen in een appartementje in een buitenwijk van Parijs. Op de grond leggen we onze matten en slaapzakken, en voor de dag erop wordt prachtig weer voorspeld.
Catacomben
We zijn alletwee al een paar keer eerder in Parijs geweest, dus van de bekende bezienswaardigheden hebben we de meeste al wel gezien. Bovendien hadden we geen zin om stressvol op jacht te gaan naar de verplichte nummers. Maar het idee van Martin om naar de Catacomben te gaan was érg aanlokkelijk.
Op Wikipedia is te vinden: ``De catacomben van Parijs zijn een beroemde begraafplaats in Parijs in de vorm van een groot netwerk van ondergrondse kamers en galerijen. Het totale tunnelstelsel zou meer dan 300 km lang zijn, en er zouden de resten van ongeveer zes miljoen Parijzenaars liggen.''
Voordat we op zoek gingen naar de ingang namen we eerst een kopje koffie. De koffiedame gaf ons nog wat tips over waar het te vinden was, maar wel in het Frans... Eerst konden we de verd*** ingang niet vinden. Na veel te ver gelopen te zijn vonden we de ingang weer terug - en op de terugweg vonden we de richtingsborden, maar waarom gemakkelijk doen?
Afijn, de catacomben dus. Na een lange niet zo boeiende gang kwamen we aan in het rijk der doden. De schedels waren in figuren gemetseld, de botten in grote aantallen aanwezig. De foto's spreken wel boekdelen. Jammer dat het gebruik van een flitser verboden was. En Evert, die net een skeletpracticum afgerond had, kon het niet laten om te kijken of de schedels vrouwelijk of mannelijk waren en om er eentje op te tillen om te voelen hoe zwaar die was. Bart en Martin maakten andere plannen: hoe toch een geheime ingang vinden en een dark wave Gothic party te organiseren tussen de beenderen?
(Onderaan de pagina staan nog enkele foto's van de catacomben.)
Nacht
De middag en de avond hebben we verder opgevuld met niets doen, zitten op een brug met uitzicht op de Notre Dame en mooie vrouwen, en wat eten. Bij het eten vroeg de ober of we een groot glas bier wilden. Ja natuurlijk. En wisten wij veel dat hij een hele liter bedoelde, dat was toch wel wat veel. Martin bood ergens tussendoor een passerende schone nog een vuurtje aan voor haar cigaret, en werd beloond met een zwoele blik.
Parijs bij avond en nacht is langs de rivieroever geweldig. Het was die dag 27 graden Celcius, en de stenen hielden de warmte nog vast. Veel mensen zaten langs de rivier. Omdat het litertje bier van bij het eten al weggezakt was kochten we nog wat extra blikken bier, en wij vermaakten ons prima. Jammer van de rondvaartboten die met hun schijnwerpers de sfeer verpestten. Veel mensen zaten in groepjes wat te babbelen en hadden hapjes en drankjes bij zich; vaak brood, kaas en wijn. Typisch Frans. Uniek was het stelletje dat zo opging in liefkozingen dat de dame een poosje met blote borsten het minnespel speelde. Dat duurde tot ze het gegiechel van een groepje iets verderop hoorden en ze weer terugkeerden naar de realiteit. Net als wij terug moesten keren naar de realiteit en naar huis.
Waarom, o waarom, moest die éne metrolijn nu juist in onderhoud zijn en ook nog de vervangende bus niet meer rijden vanwege het late tijdstip? Wandelen, zoeken, een metrokaartje kopen, en weer wandelen, met als resultaat: terug op dezelfde plek. Wat restte ons verder dan gewoon verder te wandelen naar het punt waar de metro weer rijden zou? Een rotstuk lopen verder en het was inmiddels zo laat dat er ook geen metro's meer reden. Uiteindelijk regelde Bart een taxi en hoe laat we precies thuis waren weten we niet meer, maar het was laat.
Versailles
Evert was te vroeg wakker, vertrok alvast naar Versailles, schrok van de lange wachtrij en ging ergens in de omgeving slapen op het gras. Martin en Bart bleven tot ver in de middag in hun nest, kwamen daarna naar Versailles en ontdekten samen met Evert dat de rij wat korter geworden was, dus toch maar kaartjes gekocht. Omdat het buiten zo warm was gingen we eerst binnen wat rondkijken in het paleis. De spiegels enzo zijn wel oké maar het is wat pronkerig. Wel erg gaaf was de enorme wereldbol.
Na wat rondkijken zijn we snel de tuinen in getrokken. De tuinen van Versailles zijn beroemd, en dat is terecht. Zulke grote en mooie paleistuinen tref je niet snel. Ergens op een rustig stukje gras gingen Martin en Evert nog wat slapen, terwijl Bart een doolhof ontdekte.
Die avond in de buurt van het paleis gegeten in een erg Amerikaanse eettent. Vol afbeeldingen van indianen en cowboys smaakte de steak uitstekend.
De nacht van zaterdag op zondag had Bart een nightshift, dus ging hij naar zijn werk. Wij gingen de film Ghost Rider kijken, een heel erg gafe film over een soort spook op een motor, en daarna gingen we maffen.
Afscheid
Tegen de tijd dat Bart terug kwam moesten wij onze spullen inpakken. Dat ging aardig rap, en Bart liep nog met ons mee naar het metrostation. Onderweg kochten we opnieuw lekkere broodjes bij een kleine bakker. Bart zullen we zeker nog eens zien, misschien hier of misschien daar. De busreis terug duurde weer de hele dag, maar deze keer leek de tijd toch sneller te gaan. Martin luisterde muziek met zijn speciale anti-noise hoofdtelefoon en Evert had een leerboekje over programmeren in Java bij zich. De belangrijkste activiteit was dan ook slapen.
We hopen dat Bart de cretec cigaretten en de oude kaas die wij hem gaven niet te snel opmaakt. Maar eigenlijk boeit het ons niet. En da's nu het mooiste: het maakt allemaal niet zoveel uit wanneer we elkaar weer zien en wat we doen. Dat soort neurositeit is voor andere mensen. Plaatsen waar je lekker je gang kunt gaan, is dat niet het idee van relaxed leven? Eigenlijk is Parijs toch wel een mooie stad.
This document was generated with some help of the
LaTeX2html
translator version 2002-2-1
(1.71). Original filename: verslag.tex.