In het voorgaande deel heb ik beschreven hoe ik een ontwikkeling doormaakte. Dankzij het internet, onze open samenleving, de vrijheid van pers en meningsuiting, en mijn eigen open en soms misschien zelfs naïeve houding, kon ik in aanraking komen met diverse theorieën, personen, organisaties, en opvattingen.

De open samenleving heeft een keerzijde. Er zijn mensen die erop uit zijn om aan de hand van momentopnames, uitvergrotingen en associaties het debat dood te slaan door mensen monddood te maken. Dat is dus spelen op de man in plaats van op de bal. Ik was me er niet van bewust, vers van ’t VWO, dat ik na meer dan twintig jaar nog steeds afgeschilderd zou worden als neonazi omdat ik deelnam aan besloten discussies per email. Hoe werkt dat, die framing? Voor de zgn. “antifa” is dat een sport. Goedkope journalisten en opiniemakers pakken dat vervolgens op. Eerst iets over de antifa.

Graham’s Hierarchy of Disagreement, via Wikipedia: Ad hominem

In dit deel:


Deel 1: Van mieren naar Stormfront and back againvorigeoverzichtvolgendeKAFKA, AFA, antifa; de zwarthemden van extreemlinks

Overzicht